Inloggen
Wachtwoord vergeten?
Nieuws
Opmerking over sturen van een nota onvoldoende voor zakelijke bijstand aan partner.
Hof Arnhem-Leeuwarden, 7 januari 2014, nr. 13/00349, ECLI:NL:GHARL:2014:9
Samenvatting

X en Y zijn ieder voor de helft eigenaar en gebruiker van een woonwerkeenheid (woonhuis en werkruimte). X ontvangt een aanslagbiljet met waardebeschikkingen en aanslagen voor beide WOZ-objecten. X heeft als advocaat namens zichzelf en zijn partner Y een bezwaarschrift ingediend. X en Y zijn geregistreerd partners en allebei bestuurder van een BV waarvan X enig aandeelhouder is. In hoger beroep is in geschil of X en Y in aanmerking komen voor een vergoeding van de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Meer in het bijzonder is in geschil of  X als een derde moet worden aangemerkt.

Het hof overweegt dat er geen sprake is van door een derde verleende rechtsbijstand als de belastingplichtige in feite zelf optreedt in zijn zaak, ook al geschiedt dit namens een rechtspersoon. Ook voor Y bestaat er geen reden om een vergoeding toe te kennen. Weliswaar staat het geregistreerd partnerschap van X en Y en het voeren van een gezamenlijke huishouding niet in de weg aan de toekenning een vergoeding. Maar dan is wel vereist dat de gemachtigde op zakelijke basis namens zijn partner optreedt. De na lang aandringen door X gemaakte opmerking dat hij 'dan wel een nota naar zijn partner zal sturen' vindt het hof onvoldoende om aan te nemen dat X of zijn advocatenpraktijk op zakelijke basis handelt. Er is dan ook geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding voor Y.