Inloggen
Wachtwoord vergeten?
Nieuws
Staatssecretaris Snel beantwoordt Kamervragen over de uitvoering van de Wet WOZ door gemeenten
11 april 2019
Bron: Brief aan de Tweede Kamer,  kenmerk 2019-0000043996

De staatssecretaris van Financiën heeft antwoord gegeven op vragen van de Kamerleden Lodders en van den Bosch (VVD) over het bericht "Vaststelling door gemeenten rammelt"

De staatssecreatris geeft aan dat de Waarderingskamert bij alle gemeenten heeft ingestemd met het bekend maken van de WOZ-waarden. Daarbij zij opgemerkt dat ten aanzien van circa tien gemeenten pas is ingestemd nadat de Waarderingskamer een herhalingsonderzoek heeft uitgevoerd om te beoordelen of de afgesproken verbeteringen waren gerealiseerd. Bij andere gemeenten heeft de Waarderingskamer bij haar onderzoek wel extra controles door de gemeente zelf voorgeschreven, maar het niet noodzakelijk geacht de resultaten van deze extra controles zelf te onderzoeken, voordat de gemeente de WOZ-waarden bekend mocht maken aan de inwoners en bedrijven. Er waren dit jaar geen gemeenten die, als gevolg van door de Waarderingskamer opgelegde verbeteracties, de WOZ-waarden in hun gemeenten later dan 28 februari bekend hebben gemaakt.

De staatssecretaris gaat in de antwoorden op de Kamervragen ook uitgebreid in op het toezicht van de Waarderingskamer. De bewindsman is van mening dat de Waarderingskamer voldoende inhoudelijk toezicht houdt op het WOZ-proces van gemeenten, en daarmee op het vaststellen van WOZ-waarden.

Staatssecretaris Snel merkt op dat de WOZ-waarde een waardering van het WOZ-object betreft. Het waarderen van een WOZ-object is geen exacte wetenschap. Er is dan ook sprake van een zekere beoordelingsmarge ten aanzien van de waarde van het WOZ-object. Mede vanwege deze beoordelingsmarge en de signalen die wij hebben ontvangen dat hierdoor door ‘no cure no pay’- bedrijven een verdienmodel wordt gehanteerd, heeft de minister voor Rechtsbescherming mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en de staatssecretaris van Financiën in antwoord op de vragen van de leden Van der Molen, Ronnes en Van Dam van 17 juli 20188 aangegeven dat een onderzoek naar de ontwikkeling van de aantallen bezwaren door no cure no pay bedrijven en de in verband daarmee toegekende kostenvergoedingen zal worden uitgevoerd.