Inloggen
Wachtwoord vergeten?
Nieuws
Stijging lokale lasten in 2024
25 maart 2024
Bron: COELO

De gemeentelijke woonlasten, die bestaan uit onroerende-zaakbelastingen, rioolheffing en afvalstoffenheffing, stijgen voor een huishouden met een eigen woning dit jaar gemiddeld met 6,1 procent en voor huurders met 6,3 procent. Dat blijkt uit de Atlas van de Lokale Lasten van COELO. 

De Atlas is geheel interactief online in te zien. Het biedt een jaarlijks overzicht van de heffingen van gemeenten, provincies en waterschappen.

Gemiddelde lastenstijging gemeente, provincie en waterschap

In 2024 betaalt een huishouden met een eigen woning gemiddeld € 1.670 aan lokale lasten, dat is € 118 meer ten opzichte van 2023. Hiervan gaat € 58 naar de gemeente en € 52 naar het waterschap. Een huishouden in een huurhuis is gemiddeld € 999 kwijt, dat is € 72 meer dan vorig jaar. Hiervan gaat € 27 naar de gemeente en € 36 naar het waterschap. De provinciale opcenten op de motorrijtuigenbelasting stijgen voor een eigenaar van een personenauto van 1.250 kilo gemiddeld € 9. 

De woonlasten voor huurders zijn lager, omdat zij geen onroerendezaakbelasting betalen en geen heffing gebouwd aan het waterschap. In een deel van de gemeenten betalen zij ook geen rioolheffing.

Onroerende-zaakbelastingen

In 2024 wordt voor de onroerendezaakbelastingen (ozb) de woz-waarde in peiljaar 2023 als grondslag gebruikt. Vorig jaar was dit de waarde in 2022. De waarde van een gemiddelde woning steeg in deze periode 2,8 procent. Dit hoeft echter niet te betekenen dat huishoudens ook 2,8 procent meer kwijt zijn aan de ozb. Gemeenten houden bij het vaststellen van de tarieven namelijk rekening met de ontwikkeling van de woz-waarde. Meestal verlagen zij het tarief als de woz-waarde stijgt (zie ook het hoofdstuk De ontwikkeling van ozb-tarieven). Dit jaar is er, anders dan in andere jaren, sprake van zowel een verhoging van het tarief (gemiddeld 2,3 procent) als van een hogere woz-waarde.

Gecorrigeerd voor de waardeontwikkeling ligt het gemiddelde ozb-tarief voor woningen 5,9 procent hoger dan vorig jaar. Het gemiddelde huishouden betaalt daardoor dit jaar 23,69 euro meer aan ozb. Het tarief voor eigenaren en dat voor gebruikers van niet-woningen stijgt met respectievelijk 6,6 en 6,3 procent.