De Eerste Kamer heeft op 17 december 2025 het Pakket Belastingplan 2025 aangenomen. Dat betekent o.a. dat de factor van 0,25 uit artikel 30a van de Wet WOZ met ingang van 1 januari 2025 wordt verlaagd naar 0,125.
Deze aanpassing moet ervoor zorgen dat de proceskostenvergoeding die in de bezwaarfase in WOZ-zaken kan worden toegekend in lijn blijft met hetgeen de wetgever bij de invoering van de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm voor ogen stond. De aanpassing gaat in per 1 januari 2025.

Met ingang van 1 januari 2024 is de ‘Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm’ in werking getreden.. Met die wet is onder meer de proceskostenvergoeding op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) voor WOZ-bezwaarzaken verlaagd tot 25%, in de wet uitgedrukt als factor van 0,25. In de Wet Waardering onroerende zaken is hiervoor een artikel 30a opgenomen. Aanleiding was de toenemende druk van no-cure-no-paybureaus op de uitvoering van de Wet WOZ.

De Hoge Raad heeft op 12 juli 2024 een arrest gewezen met als gevolg dat een dubbel zo hoge tarief van toepassing werd op proceskostenvergoedingen bij de Wet WOZ. Daarmee werd het regulerende effect van de factor 0,25 deels ongedaan gemaakt.

De nieuwe regeling waarbij de factor van 0,25 wordt aangepast naar 0,125 moet ervoor zorgen dat de proceskostenvergoeding die in de bezwaarfase in WOZ-zaken kan worden toegekend in lijn blijft met hetgeen de wetgever bij de invoering van de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm voor ogen stond. Deze aanpassing gaat in per 1 januari 2025.