Eigenwoningforfait 2017
1 januari 2017
In onderstaande tabel zijn de percentages opgenomen van het eigenwoningforfait voor 2017 en 2016. Zie ook bijgaand eindejaarsbericht van het ministerie van Financiën met een overzicht van de belangrijkste, cijfermatige wijzigingen in de rijksbelastingen per 1 januari 2017.
2017 |
|
|
Als de WOZ-waarde meer is dan |
maar niet meer dan |
bedraagt het forfaitpercetage |
- |
€ 12.500 |
nihil |
€ 12.500 |
25.000 |
0,30% |
25.000 |
50.000 |
0,45% |
50.000 |
75.000 |
0,60% |
75.000 |
1.060.000 |
0,75% |
1.060.000 |
- |
€ 7.950 vermeerderd met 2,35% van de eigen woningwaarde voor zover deze uitgaat boven € 1.060.000 |
2016 |
|
|
Als de WOZ-waarde meer is dan |
maar niet meer dan |
bedraagt het forfaitpercetage |
- |
€ 12.500 |
nihil |
€ 12.500 |
25.000 |
0,30% |
25.000 |
50.000 |
0,45% |
50.000 |
75.000 |
0,60% |
75.000 |
1.050.000 |
0,75% |
1.050.000 |
- |
€ 7.875 vermeerderd met 2,35% van de eigen woningwaarde voor zover deze uitgaat boven € 1.050.000 |
Bij tijdelijke verhuur wordt het eigenwoningforfait berekend over het hele kalenderjaar en is 70% van de huurinkomsten belast.
Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld
Met ingang van 2005 is er een aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld. Deze aftrek wordt verleend als het saldo van eigenwoningforfait minus de aftrekbare kosten zoals hypotheekrente positief is. De aftrek is gelijk aan het verschil tussen het eigenwoningforfait en de aftrekbare kosten. Door deze aftrek kan de bijtelling van het eigenwoningforfait nooit leiden tot een positief inkomensbestanddeel in box 1. De regeling beoogt een positieve prikkel te geven aan de financiering van de eigen woning uit eigen middelen.