Inloggen
Wachtwoord vergeten?
Nieuws
De inspecteur schenk- en erfbelasting stelt de waarde niet zelfstandig op een lagere waarde vast, dan de waarde van de WOZ-beschikking.  
10 augustus 2023
Bron: Belastingdienst

De Kennisgroep Successiewet  van de belastingdienst heeft een vraag beantwoord over de waardering van een woning ingeval de WOZ-waarde materieel bezien te hoog is vastgesteld, maar waarbij formeel geen vermindering van de WOZ-beschikking volgt.

Voor toepassing van de Successiewet 1956 (hierna: SW 1956) moet worden uitgegaan van de WOZ-waarde welke door de gemeente is vastgesteld bij beschikking. In dit geval waren erfgenamen van mening dat de WOZ-waarde voor het overlijdensjaar te hoog was vastgesteld. Zij kwamen buiten de bezwaartermijn- bij de betreffende gemeente in bezwaar tegen de WOZ-beschikking. Uit een nadere taxatie blijkt dat de WOZ-waarde inderdaad te hoog was vastgesteld. De erfgenamen hebben echter niet tijdig bezwaar gemaakt, waardoor de WOZ-beschikking voor het overlijdensjaar onherroepelijk vast staat. Omdat de nadere taxatiewaarde niet ten minste 20% lager is dan de te hoog vastgestelde waarde, blijft de oorspronkelijke (lees: formele) WOZ-waarde op grond van artikel 2 van het Uitvoeringsbesluit Wet waardering onroerende zaken in stand. Er volgt geen herziene WOZ-beschikking. De WOZ-waarde van het jaar na het overlijdensjaar is hoger dan de WOZ-waarde voor het overlijdensjaar. De aangewezen weg is dat de erfgenamen om een ‘nieuwe’ (voor bezwaar vatbare) WOZ-beschikking verzoeken op de voet van artikel 26 Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ). Aan het indienen van een dergelijk verzoek is geen termijn gesteld. De gemeente kan ook uit eigen beweging zo’n WOZ-beschikking afgeven.

De inspecteur schenk- en erfbelasting stelt de waarde niet zelfstandig op een lagere waarde vast, dan de waarde van de WOZ-beschikking.