Met het wetsvoorstel Wet versterking waarborgfunctie Awb wil de regering ervoor zorgen dat iedereen in Nederland kan rekenen op een overheid die dienstbaar is en oog heeft voor de menselijke maat. De VNG staat achter dit doel maar vreest voor meer juridisering en plaatst vraagtekens bij de uitvoerbaarheid. Dit blijkt uit de consultatiereactie  van de VNG op het wetsvoorstel versterking waarborgfunctie Algemene wet bestuursrecht en het eindrapport van de Uitvoeringstoets bij het wetsvoorstel aangeboden aan het Ministerie van BZK. 

De VNG vraagt ondermeer aandacht voor de betekenis van de wijzigingen in de Awb voor massale beschikkingsprocessen zoals de Wet WOZ en gemeentelijke belastingen. Bij de grote hoeveelheden beschikkingen die worden genomen is het mogelijk dat er materieel- en formeelrechtelijke onvolkomenheden ontstaan. Er is een bedrijfstak ontstaan die dit gegeven als verdienmodel gebruikt. Dat zijn de no-cure-no-paybureaus die niet alleen bij de bezwarenafhandeling van de Wet WOZ opereren, maar ook bij BPM-zaken en Mulder-boetes. De bezwaarpraktijk van de bureaus bij de Wet WOZ houdt in dat niet alleen de WOZ-waardering wordt betwist, maar ook formeelrechtelijke eisen die de Awb stelt.

Bij het vastleggen in de Awb van meer formele regels zal de regering in overweging moeten nemen dat dit leidt tot extra procedures waarbij niet zozeer de rechtsbescherming profiteert (die de sector hoog in het vaandel heeft staan), maar vooral het verdienmodel van de no-cure-no-paybureaus. De VNG pleit dan ook vooor een andere benadering voor massale beschikkingsprocessen. Naast de aanpassing van de Awb is het nodig in bijzondere wetten (Algemene wet inzake rijksbelastingen, Wet WOZ, Invorderingswet, Gemeentewet en Waterschapswet) uitzonderingen en specificeringen van algemene regels vast te leggen om een adequate uitvoering van deze processen te garanderen.

De betekenis en effecten van de wijziging van de Awb dienen in elk geval voor deze bijzondere wetten in kaart te worden gebracht, inclusief de afweging of er reden is in meer of mindere mate een afwijkend regime in stand te blijven houden en de verhouding tot andere initiatieven voor meer informeel contact (zoals bij de WOZ). Wij vragen hier dringend aandacht voor en het is essentieel dat we direct bij deze inventarisatie van en vervolgdiscussie over bijzondere wetten betrokken blijven. Dit geldt zeker ten aanzien van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet en de Wet WOZ waar we veel verschillende vragen over hebben.