Inloggen
Wachtwoord vergeten?
Nieuws
Gebruikers OZB voor leegstand kantoor dat voor een deel door oppassers wordt bewoond
Hof Arnhem-Leeuwarden, 30 september 2014, nr. 14/00095 en 14/00096, ECLI:NL:GHARL:2014:7472
Samenvatting

X is eigenaar van een kantoorgebouw en een achterliggend logistiek bedrijfscentrum. De panden staan sinds 2010 leeg in afwachting van verhuur. Het kantoorgebouw en het logistiek bedrijfscentrum zijn afsluitbaar en afzonderlijk te gebruiken en hebben eigen sanitaire voorzieningen. Het zijn dus afzonderlijke WOZ-objecten. Een klein deel van het kantoor is voor bewoning aan oppassers in gebruik gegeven. De waarde van het kantoorgebouw  is vastgesteld op respectievelijk € 2.820.647 (2012) en € 2.752.647 (2013). In geschil is of gemeente terecht X aanslagen OZB gebruik heeft opgelegd voor het kantoor.

Het hof oordeelt dat het gebruik van het deel van het kantoor door de oppassers aangemerkt moet worden als gebruik door X. X moet worden aangemerkt als gebruiker van de onroerende zaak in zijn geheel, ook al wordt een groot deel daarvan feitelijk niet gebruikt. Voor het gedeelte van het kantoorgebouw dat door de oppassers wordt bewoond geldt de woondelenvrijstelling. De heffingsambtenaar heeft deze waarde gesteld op respectievelijk 156.000 (2012) en € 152.000 (2013). Dit brengt mee dat de heffingsmaatstaf voor de OZB dient te worden berekend op € 2.664.647 (2012) respectievelijk € 2.600.647 (2013). Het enkele feit dat X voor het gebruik van het kantoor geen (huur)inkomsten geniet en het exploitatieresultaat van het kantoorgebouw dus negatief is, brengt nog niet mee dat de heffing van een gebruikersbelasting van circa € 3.700 ter zake van een kantoorgebouw met een waarde van circa € 2.800.000, leidt tot een met het Eerste Protocol EVRM strijdige buitensporige last.