Inloggen
Wachtwoord vergeten?
Nieuws
Moment van koopovereenkomst is leidend voor WOZ-Waarde
Hoge Raad, 29 januari 2016, nr. 14/04882, ECLI:NL:HR:2016:113
Samenvatting

In geschil in cassatie is de vraag of de koopprijs van een onroerende zaak (in casu: het referentieobject) de waarde daarvan weergeeft op het tijdstip waarop de koopovereenkomst is gesloten of op het tijdstip waarop de levering plaatsvindt.

Het Hof is van mening dat als iemand een onroerende zaak koopt, ervan kan worden uitgegaan dat de betaalde prijs de waarde van de onroerende zaak weergeeft op het tijdstip van de koopovereenkomst. Bij de koop houdt men er al rekening mee dat de onroerende zaak op een later tijdstip geleverd zal worden. Echter, omdat men de marktomstandigheden op het moment van levering niet kan voorzien, is de betaalde prijs ten tijde van de koopovereenkomst niet vanzelfsprekend representatief voor het moment van levering.

De betaalde prijs op het moment van de koopovereenkomst hoeft dus niet gelijk te zijn aan de waarde op het moment van levering. Echter is het uit uitvoerbaarheidsoverwegingen toelaatbaar om een dergelijke gelijkstelling als uitgangspunt te hanteren indien (i) de overeengekomen prijs gebaseerd is op de uitgangspunten vermeld in artikel 17, lid 2, Wet WOZ, en (ii) niet meer dan drie maanden zijn verstreken tussen de totstandkoming van de koopovereenkomst en de levering.

In specifieke, bijzondere omstandigheden kan van bovenstaande gelijkstelling worden afgeweken. Daarbij rust de stelplicht en bewijslast wel op degene die zich op dergelijke bijzondere omstandigheden beroept.

Uit het vorenstaande volgt dat het Hof van een juiste rechtsopvatting is uitgegaan. Het middel faalt derhalve en de Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.

Bijzonderheden
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden , 19-08-2014 / 14/00416